Insectenwerkgroep

Doel:
Bevordering van studie over insecten en andere geleedpotige dieren door middel van: 

1.determineren
2.biotooponderzoek
3.gedragsstudie
4.beheeradviezen


Ad. 1. Determineren
Het direct bij de waarneming of nadien, bepalen van soort en naam van het insect. Voor de ene groep is het nodig het dier te vangen en te prepareren om het te kunnen determineren bij de andere diergroep voldoet het maken van een duidelijke foto. Er zijn hiervoor determineerwerken beschikbaar. Daarnaast wordt er ook steeds meer gebruik gemaakt van internet.

Ad. 2. Biotooponderzoek
Bij waarnemingen wordt aandacht geschonken aan het gebied waarin bepaalde insecten leven en de planten waarop ze leven. De levensmogelijkheden voor insecten worden namelijk voor een groot deel bepaald door de eigenschappen van het milieu en de planten en dieren die in dat gebied voorkomen. Hierdoor is bij studie naar insecten kennis van de vegetatie ook erg belangrijk.

Ad. 3. Gedragsstudie
Onderzocht wordt hoe bepaalde insecten leven solitair of sociaal, voedsel, huisvesting, hofmakerij, broedzorg, enz.

Ad. 4. Beheeradviezen
Opgedane ervaringen en waarnemingen worden doorgegeven aan de instantie die het betreffende natuurgebied beheert. Zo nodig kunnen dan maatregelen genomen worden om insectensoorten en andere geleedpotige dieren in dit gebied te behouden.

Basisactiviteiten

Zomermaanden: Pinksterkamp, twee weekend excursies met de LIW (Landelijke insectenwerkgroep van de KNNV) in vóór- en nazomer, deelname aan de nationale nachtvlindernacht.

Sinds 2010 worden in Roosendaal, op verzoek van de gemeente, de ecologische verbindingszones geïnventariseerd. In 2015 zijn we aan de tweede cyclus van de monitoring begonnen en kunnen van een gebied de verschillende jaren met elkaar vergeleken (gaan) worden.

Op verzoek van Waterwinbedrijf Evides worden sinds 2014 ook inventarisaties gedaan op de terreinen van de waterwinning. Speciale aandacht is hier voor watergebonden insecten als waterwantsen, -kevers en libellen.

Nachtvlindermonitoring: Voor de vlinderstichting wordt sinds 2012 van april t/m september 1 a 2 keer per maand een gestandaardiseerde nachtvlinderval (type Skinner) gezet op exact dezelfde plek. Hiermee kunnen meerjarige trends in nachtvlinderontwikkeling worden ontdekt.